Podcast Herzeelse Gidsen: Wijnhuize, waar ik mijn jeugd doorbracht

19 juni 2021 | HelemaalHerzele | Cultuur

Voorlopige houten kerk in Wijnhuize.

Met ons programma op Radio Star en deze website zetten we de troeven van onze eigen gemeente graag in de verf. Of beter: de nieuwbakken lading Herzeelse gidsen gaat dat voor ons doen. De komende weken vertellen ze met veel enthousiasme en kennis van zaken over onze Herzeelse pareltjes. Vandaag aan de beurt: gids Magda De Leeuw. Magda keert terug naar Wijnhuize, waar ze een groot deel van haar jeugd doorbracht.

Velen kennen Wijnhuize als “tweelingzusje” van Steenhuize, maar in het verre verleden is het anders geweest. Tot eind 18de eeuw was Wijnhuize een meierij binnen het Land van Zottegem, een gebied dat heel wat belangrijke heren kende. En 470 jaar geleden waren de Wijnhuizenaren zelfs onderdanen van graaf Lamoraal van Egmont.

Gelegen aan de belangrijke verbindingsweg Gent-Geraardsbergen kregen ze vroeger ook regelmatig vreemd volk over de vloer. Waren het geen Spanjaarden, Hollanders of Oostenrijkers, dan waren het de Fransen die langskwamen, en … veelal met minder goede bedoelingen. Deze laatsten kwamen, 225 jaar geleden, hun kapel met altaar en orgel, waar ze zo fier op waren, kort en klein slaan en verboden elke vorm van godsdienst. De pastoor van Eske, die de mis in de kapel kwam lezen, werd zelfs naar Zuid-Amerika verbannen.

(lees verder onder de foto)

De N42 loopt door Wijnhuize

De N42 loopt door Wijnhuize. Archieffoto ©Damien De Leeuw

 

Van liberté, égalité en fraternité was er bij die revolutionaire charels weinig te merken. Ze schaften zelfs het leenroerig systeem af en de Zuidelijke Nederlanden kregen een nieuwe bestuurlijke indeling. De twee belangrijkste stukken van de oude meierij Wijnhuize, namelijk Groot- en Klein-Wijnhuize, werden samen met de vrijheerlijkheid Steenhuize één gemeente. Ge kunt wel denken… de Wijnhuizenaren malcontent omdat ze gehoopt hadden hun volledige zelfstandigheid te krijgen. Maar voorlopig hielden ze hun bek in de pluimen.

Toen keizer Napoleon het concordaat met de paus sloot in 1802, en de godsdienstvervolging ophield, begonnen de Wijnhuizenaren, via brieven aan de prefect, hun grieven te uiten. Maar dat bleef zonder gevolg.

Nadat de coalitielegers Napoleon definitief versloegen in Waterloo en de Hollanders daarna hier 15 jaar de lakens uitdeelden, zagen de Wijnhuizenaren hun kans schoon om opnieuw hun wensen op ’t tafel te gooien en… deze keer met iets meer succes. Het noordelijke deel, namelijk Groot-Wijnhuize, werd in 1823 overgeheveld naar Sint-Lievens-Esse - en Steenhuize kreeg ter compensatie een stukje van Esse. Op bestuurlijk vlak bleef deze toestand bestaan tot de fusie van de gemeenten in 1977. Op kerkelijk vlak echter, dat was een ander paar mouwen. Van oudsher viel Wijnhuize onder de parochie Sint-Lievens-Esse.

(lees verder onder de foto)

Grafkapel De Kalvaar ©Herzele In Beeld

Grafkapel De Kalvaar ©Herzele In Beeld

 

Hun, door de Fransen, onteerde en zwaar beschadigde kapel werd door de parochie Esse niet meer hersteld en stortte in 1875 volledig in elkaar. En de geroofde kerkschatten kregen ze nooit terug. De kalvaar, gebouwd in 1765, bleef als enige bidplaats over, maar voldeed niet aan de behoefte.

Hier moesten ze iets aan doen… Tussen beide wereldoorlogen staken enkelen de koppen bij elkaar en de vzw “De Wakkere Vrienden” werd opgericht. Er werd een schooltje gebouwd en een kloosterorde vond eveneens de weg naar Wijnhuize. Kort na WO II werd hun grootste doel werkelijkheid… een eigen kerk. Aanvankelijk onder de vorm van een voorlopig houten kerkje. Daar zorgde het Amerikaanse leger zelfs voor. Ze voerden onderdelen van voormalige Duitse legerbarakken aan als bouwelementen. Er werd zelfs gesuggereerd dat deze afkomstig waren van ontmantelde concentratiekampen. Nu nog de ultieme droom, een stenen kerk.

De Wakkere Vrienden slaagden erin om geldschieters warm te maken en dit was zo’n succes dat men vensteropeningen te kort had om al de namen van de gulle sponsors op de glasramen kwijt te kunnen. Meer zelfs, met de rest van het ingezamelde geld, werd op de plaats van de noodkerk, het huidige parochiezaaltje opgetrokken. En dat ze in Wijnhuize “Wakker” zijn, dat bewezen ze door de ruwbouw van de kerk op 3 maand voor elkaar te krijgen. De kerk was eind 1953 klaar, niet ressorterend onder de parochie Sint-Lievens-Esse, maar als kapelanijkerk onder Steenhuize-Wijnhuize. De kerk werd toegewijd aan O.-L.-V. van Fatima.

Heel deze geschiedenis verklaart wellicht de rivaliteit tussen het gehucht Wijnhuize en Sint-Lievens-Esse, die tot op de dag van vandaag nog altijd een beetje bestaat.

(lees verder onder de foto)

Het dak van een hoekhuis werd volledig weggeschoten bij de vuurgevechten op 3 september 1944.

Het dak van een hoekhuis werd volledig weggeschoten bij de vuurgevechten op 3 september 1944.

 

Wijnhuize, 3 september 1944.

Het is kermis Steenhuize. En dubbel feest, want men heeft vernomen dat de bevrijders in aantocht zijn. Bloemen worden geplukt en tot kransen gevlochten. Een paar honderd uitgelaten burgers staan aan “’t Schipken” de bevrijders op te wachten. Als de lange sliert militaire voertuigen, vanuit Zottegem, Wijnhuize nadert barst het feest pas echt los. Enkele tanks sluiten de colonne af, die de Schipstraat indraait en iets verder halthoudt. De tanks en pantserwagens worden getooid met bloemen, er wordt verbroederd en gekust … de Engelsen delen sigaretten en chocolade uit.

De avond valt, - en op de Gentsesteenweg doemen, nu uit tegenovergestelde richting, andere militaire voertuigen op. Men heeft niet direct door dat het een colonne Duitsers is, die op 50 m van het kruispunt stopt. Plots wordt er over en weer geschoten en er ontstaat paniek. Wijnhuizenaar Alfons Hendrickx, die zich vooraan in de Schipstraat bevindt, loopt gebukt vanachter een houtmijt de straat over. Een Engelse mitrailleur schiet hem neer, menende dat hij een Duitser is.

In het tumult komt de zwaargekwetste man nog tussen de rupsbanden van een manoeuvrerende Engelse tank terecht en wordt totaal vermorzeld. In een kort vuurgevecht wordt kruispunt ’t Schipken in een slagveld herschapen met stuk geschoten tanks en zwaar beschadigde woningen. Het dak van een hoekhuis is volledig weggeschoten en smeult nog na. Enkel een stuk gevel, met een groot kruisbeeld op, staat nog onbeschadigd overeind. 

(lees verder onder de foto)

Het kruis dat op miraculeuze wijze ongeschonden uit de vuurgloed van “De slag aan ’t Schipken” kwam, kreeg als vredessymbool, een speciaal plaatsje in de kerk van Wijnhuize boven het altaar. ©Magda De Leeuw

Het kruis dat op miraculeuze wijze ongeschonden uit de vuurgloed van “De slag aan ’t Schipken” kwam, kreeg als vredessymbool, een speciaal plaatsje in de kerk van Wijnhuize boven het altaar. ©Magda De Leeuw

 

Pas ’s anderendaags wordt, in een gracht, het lichaam van een Engelse soldaat aangetroffen. De 22-jarige luitenant Russell werd, samen met een eerder gesneuvelde Engelse soldaat, begraven op het oud kerkhof van Sint-Lievens-Esse. Af en toe ga ik naar hun graf om ze even groeten en te bedanken voor wat zij en hun kameraden voor ons hebben betekend.

En het kruis dat op miraculeuze wijze ongeschonden uit de vuurgloed van “De slag aan ’t Schipken” kwam, kreeg als vredessymbool, een speciaal plaatsje in de kerk van Wijnhuize boven het altaar.

Luister hieronder naar de podcast van Magda De Leeuw, gids in Herzele, over Wijnhuize. 

Audiofragmenten

Podcast Herzeelse Gidsen: Wijnhuize, waar ik mijn jeugd doorbracht

11 februari 2021 | Bron: Lokaal Bestuur Herzele, Dienst Cultuur in samenwerking met Radio Star, HelemaalHerzele

Foto's

Reclamebanner